Allerzielen

Met Allerzielen worden de mensen die er niet meer zijn herdacht. Ik sta er niet zo bij stil. Althans niet op die ene dag. Ze zijn er altijd; zij die er niet meer zijn. Soms in een herinnering, soms in een gemis. Soms in een grappig voorval of een leermoment. Of op een moment dat ik denk: “Dat had ik toen tegen je moeten zeggen”. Die brief die ik ooit wilde schrijven is er nooit gekomen. Wel in mijn hoofd hoor en dat is genoeg.

Toch las ik op Allerzielen de blogs nog eens door die ik over mijn moeder schreef nadat ze meer en meer in de war raakte. Dat was een bijzondere tijd. Met verdrietige, mooie en grappige momenten.

Ik zet ze even onder elkaar. Laten we zeggen: Als warme herinnering.

 

Heb jij een rollator?

Haar hoofd doet het al een tijdje niet meer zo goed.
Ze vergeet.
Ze vergeet wat ik tegen haar zeg als ik er ben. En als ik weg ben weet ze niet meer dat ik er was. Haar dagritme bestaat uit het ontvangen van helpers van de thuiszorg. Die lopen af en aan en zorgen ervoor dat ze niet vergeet te eten. Dat ze zich wast en aankleedt, dat ze koffie drinkt, haar medicijnen neemt en verhalen deelt. Altijd dezelfde verhalen. Dat wel.

De laatste tijd is ze wat wiebelig. Haar knieen knikken. En ze trilt.
Dus bestel ik op het internet een rollator voor haar.
Zo’n lichtgewicht karretje met een mandje voorop en een plateautje waarop je kunt gaan zitten als je even wilt uitrusten.

Op woensdagochtend wordt hij bij mij thuisbezorgd.
Ik sta op het punt om te gaan werken en twijfel of er nog tijd genoeg is om hem in elkaar te zetten.
Maar dat betekent dat ze nog een dag moet wachten. Dus laat ik mijn collega weten dat ik iets later kom.

Het lukt in één keer. De onderdelen passen en binnen tien minuten bouw ik een blinkende zilvergrijze rollator met handremmen.

Snel pak ik mijn tas en gooi het looprek achter in de auto. Als ik opschiet kan ik zelfs nog op tijd op kantoor zijn.

Bij haar flat kan ik niet direct voor de deur parkeren. Als ik de rollator uit de achterbak heb gehaald mik ik mijn tas in het mandje en trek een sprintje richting het appartement. Beste handig zo’n boodschappenbuggy. Ik race over het trottoir als een grapjas mij toeroept: “Volgens mij kan je nog wel een poosje zónder!”

Ah, de deur van de flat gaat open en ik wil in volle vaart naar binnen.
Drempeltje niet gezien.
Het mandje met mijn tas vliegt van de buggy en schiet alvast de gang in. Daarna de rollator en daar achteraan struikel ik richting de lift. Uiteraard met bijpassende geluiden. De grapjas komt ook binnen en stelt vast dat het toch niet zo’n gek idee is om eerst een paar lessen te nemen.

Verhit kom ik haar flat binnen. En ze zegt: “Heb jij tegenwoordig zo’n díng?”

Twee dagen later vraag ik haar hoe het gaat met de rollator.
“Ach meid, die staat hier al maanden. Geen idee van wie die is”.

Ze is broos, ze is in de war, ze is 85

Als ze lekker in haar vel zit kletst ze me de oren van mijn hoofd. Van alles door elkaar en dus eigenlijk nergens over. Ze begint haar zin veelbelovend om halverwege niet meer te weten waar ze heen wil. Omdat stoppen geen optie is krijgt zo’n verhaal veel bijzondere wendingen waarin we flexibel meegaan.

Maar soms is het menens. Dat hoor je aan haar stem, dat zie je aan haar ogen. Dan begint ze haar verhaal warrig als altijd om vervolgens helder over te gaan op wat haar diep van binnen toch ook bezig houdt. Dan vertelt ze dat ze niet meer zoveel te doen heeft. Dat ze niet wil dat ik haar zie kraken als ze zich omdraait. Dat ze doodgaan niet zo erg zou vinden.

De eerste keer schrok ik ervan. Maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Als ik kom ligt ze meestal in bed. Haar ledematen zijn al zo vaak gebroken en weer scheef aan elkaar gegroeid dat bewegen lastig is.

Ze is broos. Ze is in de war. Ze is 85.

†Op 18 augustus 2018 is Hennie Hoks overleden.

https://youtu.be/kzRi9II2PGQ

Teun

Oudshoorn.
Het verpleeghuis in Alphen aan den Rijn dat elke keer weer hoog scoort op de lijstjes voor het bieden van een thuis voor oudere mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.

Maar hij wil er niet zijn.

Ik ben bij mijn moeder. Op haar kamer laat ik haar de foto’s zien van onze familie. En van de kat. Die vindt ze het leukst. Dan staat ze op en we schuifelen naar de woonkamer.

Aan de eettafel zitten Coby en Ria. En Teun. Teun is nieuw en ik stel me aan hem voor. Mijn moeder staart hem uitdrukkingsloos aan.

Teun dit is mijn moeder, ze heet Hennie. Mam, dit is Teun, hij is hier nieuw.

Teun vertelt me dat hij zo naar huis gaat maar dat hij niet zelf kan lopen. Bep, zijn vrouw duwt altijd zijn rolstoel. Waar is ze toch? Dan richt hij zich tot Coby en zegt: “Bep wil je mij naar huis brengen?” Coby staart voor zich uit. Teun wil nu echt de aandacht van Coby en roept: “Beppieieieie, help dan!” Coby staat op en loopt naar mijn moeder om haar over haar hoofd te aaien. “Wat doet zíj nou!!!?” bitst mijn moeder. “Ze vindt je aardig mam.” Dan is het goed.

Ik vertel Teun dat er op hem is gerekend met het eten en dat lijkt voor even een goed idee. Op mijn vraag of hij kinderen heeft noemt hij de namen. Ik tel. Vier zijn het er. Als hij klaar is vraagt hij of ik hem kan helpen. Hij moet naar huis.

Mijn hart breekt.

Twee jaar geleden kwam mijn moeder hier wonen en zij reageerde net als Teun. Hulp zoekend bij iedereen om haar heen want ze wilde naar huis. En wel meteen! Ze huilde, werd boos, smeekte, redeneerde… en als ik het niet meer droog hield kwam een verzorgster om het over te nemen.

En nu dus Teun. Een man met een vrouw en vier kinderen. Hij zal snel wennen. Zo gaat het altijd. De verzorgsters zullen hem daarbij helpen. Zij zijn daar goed in.

Dank je wel lieve verzorgers en verzorgsters van Oudshoorn.

*De namen van de bewoners zijn veranderd.*

Moederdag

Ach, ik ben er niet zo van. Ik hou van mijn kinderen en zij van mij. Elke dag en onvoorwaardelijk. Mijn moeder hield ook niet van moederdag. Vond het overdreven gedoe. Tot ik het een keer vergat. Toen hadden we de poppen aan het dansen.

moederdag 2016

Matthijs en Monique vergeten Moederdag niet. Vragen me of ik thuis ben. Wat een hele relevante vraag is want ik ben niet vaak thuis. We zitten in elkaars hart en een betere plek kun je je niet wensen.

Het is mijn eerste Moederdag zonder moeder. We gaan uit lunchen met mijn schoonouders en ik ben druk met van alles.

Maar ik ben je niet vergeten hoor, mam.

Het laatste stukje

2006-2018 een paar herinneringen.

Ik werkte in Arnhem en woonde in Helmond. Ze ging achteruit en ik ging naar haar toe in Alphen aan den Rijn. Om te kijken of het goed ging.

Griep

Ze kreeg de griep en kon even niet meer voor zichzelf zorgen. Ontbijt en lunch regelde ik via bekenden en aan het einde van de dag ging ik van Arnhem via Alphen aan den Rijn naar Helmond. Na twee weken knapte zij op en ik af.

Haar hoofd liet haar steeds vaker in de steek en op vrijdag haalde ik haar medicijnen en de boodschappen. Er werd thuiszorg geregeld en ik zat ineens in een zorgteam van huisarts en thuiszorg-hulpen.

Postcodeloterij, de hoofdprijs!

Ze won 25.000 euro in de Postcode Loterij en haar “vriendin Femke” dacht: “Dat is handig”. Toen we erachter kwamen regelden we een afbetalingsregeling maar de laatste 10.000 euro hebben we nooit meer gezien. Juridisch is er geen grond om deze vrouw aan te pakken.

Alphen aan den Rijn

Ik verhuisde naar Alphen.
Als de telefoon ging durfde ik soms niet aan te nemen. Ze viel vaak, gooide haar gebit in de afvalbak, ging naar buiten in haar pyjama, probeerde op de pof bij Albert Heijn sigaretten te halen.

De slager zorgde voor haar maaltijden. En zonder te mopperen zat hij ineens ook in het zorgteam. Als ze hem belde om te vertellen dat ik al haar eten had opgegeten ging zijn vrouw in mams koelkast kijken of er toch niet nog een paar maaltijden stonden. Ze belde hem soms wel tien keer per dag en nooit, nooit, nooit heeft hij er iets vervelends over gezegd. Op vrijdag betaalde ik de rekening. Toen ze was overleden stuurde hij prachtige bloemen.

Bij de sigarettenwinkel legde ik een envelop met geld zodat ze zonder een cent op zak daar haar pakjes nicotine kon halen. Haar buurvrouw, ook in de war, had dat snel in de gaten en zei dat ze voor mijn moeder pakjes kwam halen en nam die dan zelf mee naar huis. Gelukkig kwamen we daar achter.

Delier

Toen de thuiszorg belde dat ze weer was gevallen ging ik naar haar toe.
In het ziekenhuis bleek dat ze gelukkig niks had gebroken maar ze mocht er toch een nachtje bijkomen. Ze vergat waar ze was, viel uit het ziekenhuisbed en brak haar heup. Ze kreeg een delier. In tranen smeekte ze me om haar niet achter te laten. Ze begreep het niet en was in paniek. Het was hartverscheurend.

Ze kon niet meer naar huis en er was een tijdelijke plek in een verpleeghuis. Op een kamer met een vrouw die de hele tijd “help” gilde. De verzorging was er geweldig. Maar niets kon veranderen dat dit absoluut geen goede plek voor haar was.

Oudshoorn

Na drie weken verhuisde ze naar Oudshoorn. Licht, ruim, gezellig en een eigen kamer. Ze was er snel gewend. De regelmaat en de lieve aandacht van de verzorgsters deden haar goed. En mij ook. Ruim drie jaar heeft ze hier gewoond.

Stil

Ik loop in een groot winkelcentrum in Italie als mijn telefoon gaat. Ze heeft een dubbele longontsteking en het is zaak dat ik snel naar Nederland kom. Aan het einde van de middag ben ik bij haar. Ze heeft al morfine gekregen en ik weet niet zeker of ze me waarneemt. Ik gok van wel en krijg nog voldoende gelegenheid om te zeggen wat ik wil zeggen. Om haar een dikke afscheidskus te geven.
Als ik haar ogen sluit is het stil.

Dit is laatste stukje over mijn moeder. Nu is het rond.

Dank aan:
Dr. Rakers
Slagerij Loek van Vliet- Herenhof
Primera- Herenhof
Activite, thuiszorg
Participe, huishoudelijke hulp
Dag en nacht apotheek
Verpleeghuis Oudshoorn
Vrijwilligers.

Mijn moeder, KPN en Thomas

Een verslag van 24 dagen zonder telefoon. 

10 maart 2011-tiende dag
Mijn moeder is in de war, zoals dat heet.
Ze belt ons op om te vragen of ze ons goede nummer nog heeft, en dat 26 keer achter elkaar. Of ze belt om te vertellen dat er iemand is overleden. In het begin schrokken wij daarvan, maar nu weten we dat het drama zich alleen in haar hoofd afspeelt.
Ze valt ook af en toe. Zo heeft ze afgelopen zomer haar sleutelbeen gebroken en dat deed pijn. Met goede pijnstillers was ze geholpen. Maar daardoor vergat ze dat ze enigszins gehandicapt was en deed ze toch alles met de gewonde arm. De mitella bungelde daarbij gezellig om haar hals.

En toen was er opeens plek in een verzorgingstehuis in de buurt. We gingen kijken en planden de verhuizing. Maar ze krabbelde terug en bleef toch nog maar een tijdje “op zichzelf”. De thuiszorghulp werd weer uitgebreid en zo redt ze het. Haar contact met de buitenwereld onderhoudt ze met haar telefoon.

Nu had ik op 3 februari een verhuisbericht aan KPN gestuurd met de mededeling dat mijn moeder op 6 februari zou verhuizen. En een paar dagen later, de 7e, weer contact gehad met KPN om de verhuizing ongedaan te maken. De dame van het callcenter verzekerde mij dat het goed zou komen.

1 maart…. Totale paniek in de flat waar mijn moeder woont. Ze gaat alle buren langs om de te vragen wat er aan de hand is met de telefoon. En die bellen mij weer. De telefoon is toch per ongeluk verhuisd en dat lijkt niet zo maar weer terug te zetten.
Omdat het geheugen van mam haar volledig in de steek laat maakt ze dit rondje langs de buurt meerdere malen per dag. Mijn telefoon staat roodgloeiend.

Ik bel vanaf 1 maart met KPN om aandacht te vragen voor de af- en weer aansluiting van mijn moeders telefoon. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik netjes te woord wordt gestaan. (Op één keer na dan, toen ik zei dat ik ging twitteren) Ik ben zelfs een keer teruggebeld! Maar de boodschap is iedere keer hetzelfde. Ja, er is consistentie bij KPN. Mevrouw, we zoeken het zo snél mogelijk voor u uit.

Op 5 maart heb ik een succesje! Ik bel vanuit mijn eigen huis maar weer eens met KPN en de meneer aan de lijn vertelt dat het signaal werkt! Of ik maar even naar mijn moeder wil gaan en dan zullen we samen de stekkertjes testen. Zogezegd zo gedaan. Kastje van de muur, telefoonkastje erbij en weer bellen met KPN. (Weet je hoe lang de wachttijd kan zijn?) De KPN-meneer komt tot de conclusie dat er een monteur naar de telefoon moet. En die kan er maandag meteen al zijn!!!

Ik ben euforisch! In mijn moeders agenda maak ik de aantekening dat er maandag een meneer komt om de telefoon te maken. “Is die kapot dan?” Ja mam… Ik laat voor de zekerheid mijn eigen mobiele nummer achter voor het geval er vragen zijn.

Maandag staat er een boodschap op mijn voicemail: “Met Piet Jansen van de KPN…. Wij zijn hier op het adres van uw moeder en hier woont niemand… de telefoon doet het wel…”

En nu weet ik het niet zo goed meer. Op mijn getwitter reageert @KPNwebcare met de boodschap dat ze me zo snel mogelijk zullen helpen. Maar dat is natuurlijk een ruim begrip. Want ik versta onder “zo snel mogelijk” heel iets anders dan KPN.
Oja… mijn moeder heeft op de telefooncentrale gewerkt van Defensie. En ze hoefde alleen maar een stekkertje in een gaatje te stoppen om verbinding te maken. Die moderne tijd toch…

11 maart 2011- elfde dag
Het is een drukke dag op het werk waarbij ik van hot naar haar rij.
Zo ook om 15.00 uur. Ik zit in mijn auto te bellen en te regelen en daar zie ik opeens een onbekend nummer in de display van mijn telefoon verschijnen. Dat moet de KPN zijn! En ja hoor.

“Mevrouw, de telefoon van uw moeder werkt vanmiddag weer!”.
Geweldig. Het blog-document is tussen 08.00 uur en 09.30 uur, zeven keer door KPN gedownload en er is contact! Ik bel meteen mijn moeder…. Helaas.
IK rijd toch maar even tussen alle drukte door naar haar toe om te kijken of de stekkers er nog goed inzitten. Zo te zien wel. Maar de telefoon doet het niet.

18.00 uur
We bellen maar weer met 0900-0244. Verbazingwekkend hoeveel medewerkers daar werken, nog nooit dezelfde aan de lijn gehad. En aardige jonge man, met een prettig noordelijk accent staat me te woord. We ontdekken dat het snoer tussen het kastje en de telefoon te lang is. (Dat is al jaren zo, maar je moet alle rariteiten uitsluiten, nietwaar?)
Ik haal een korter snoer, en bel weer met de technische helpdesk.
Die weet het nu ook niet meer en maakt weer een afspraak voor een monteur. Ik benadruk nog een keer dat precies een week geleden ook al een monteur zou komen maar dat die naar het verkeerde adres ging.
Zoals valt te verwachten werken de monteurs niet in het weekend.
Maandag dus…

14 maart 2011, dag 14
Mijn telefoon gaat.
Het is een medewerker van KPN die zegt dat hij naar mij onderweg is om de telefoon te maken. Ik vertel hem dat dat fijn is, maar dat hij onderweg is naar mijn moeder. En ik leg hem uit dat zij waarschijnlijk niet weet waarvoor hij komt. Hij snapt het en hij belooft mij vanaf de Magnoliastraat te bellen. MAGNOLIASTRAAT???????????? “Neeeeeee, u moet naar het adres van mijn moeder! U bent alwéér naar het verkeerde adres gestuurd!

De man moppert wat en belt mij even later terug om te vertellen dat het signaal dus ook op het verkeerde adres staat. Hetgeen toch een behoorlijk ‘brekende’ ontdekking is na veertien dagen.
Hij is echter van het goede soort en rijdt naar mam. En mam mag met zijn telefoon mij even bellen. Zo’n man verdient een standbeeld en redt voor die dag zijn werkgever.
En ik…. ik twitter mijn frustratie aan @KPNwebcare. En die twitteren terug: Laat ons weten hoe het afloopt…. *zucht*

En dan gebeurt het.
Ik word gebeld door Monique van KPN. Zij gaat actie ondernemen en belooft mij dat ik diezelfde dag nog wordt gebeld door een speciale afdeling.
En inderdaad word ik kort daarna, midden in een vergadering, gebeld door Willy. Nou weten mijn collega’s onderhand dat een telefoontje van KPN hóógste prioriteit heeft dus ik neem hem aan.
Wat een verademing. Willy lijkt me een doortastend type. Zeer zelfverzekerd spreekt zij mij moed in, laat haar naam en telefoonnummer achter en zegt met een overtuiging waar geen speld tussen is te krijgen dat mijn moeder vanaf woensdag weer kan bellen.
En ik geloof haar.
Dat is dus morgen.
Ik ben vol vertrouwen.
Nu komt het goed. Zeker weten.…

Woensdag 16 maart – zestiende dag
Vanmorgen word ik wakker met een feestelijk gevoel. Vandaag gaat de telefoon van mijn moeder weer werken. Dat is beloofd!

Het is druk op mijn werk maar om 15.30 uur bedenk ik me opeens dat het best weleens zou kunnen zijn dat ik mam kan bellen. Jammer… Geen gehoor.

Ik twitter hoopvol dat de dag nog niet om is, dat ik vertrouwen heb in de goede afloop. Vandáág!

Binnen een minuut word ik gebeld door Thomas van de KPN. In het kort vertel ik hem over Willy. De dame die zo geloofwaardig beloofde dat het probleem woensdag zou zijn opgelost.
Thomas, ook al behoorlijk slagvaardig aan de telefoon, ging er meteen achteraan.
En al na een half uur belt hij me terug. Willy stond al met haar jas aan om het gebouw te verlaten om pas maandag weer terug te komen. Dat had Willy mij ook gezegd. Maar ik verwachtte eigenlijk dat ik haar niet meer nodig zou hebben.

Ondertussen bellen de buren van mijn moeder. Ze zijn het zat. En net als de mensen van het callcenter krijg ik de schuld van het falen van de KPN. Ze briesen door de telefoon: “Je hebt gezegd dat de telefoon het vandaag weer zou doen!!!”… Ik voel me een klein meisje dat op haar kop krijgt.

Thomas is nu mijn laatste hoop. Hij BELOOFT dat mórgen de telefoon van mijn moeder weer werkt. En ik wil hem zó graag geloven. Maar ik heb onderhand een stemmetje in mijn hoofd dat mij keihard uitlacht.

Donderdag 17 maart – dag zeventien

D-Day?
Ik heb Thomas een beetje misbruikt in mijn twitterberichten. Ik heb diverse keren rondgetwitterd dat HIJ het probleem met mijn moeders bereikbaarheid vandaag gaat oplossen. Maar dat kán Thomas helemaal niet. Hij kan wel aan bellen trekken en intern roepen dat er nu écht iets moet gebeuren. En dat doet hij ook, want hij vindt het vervelend wat er gebeurt. Maar dan houdt het ook voor Thomas op.

En dan belt Rianne. Het zou best kunnen dat alles al werkt, maar dan moet de Experiabox worden gereset. Dus stap ik in mijn auto en rij naar mijn moeder. Bij de flat aangekomen gaat het raam van de buren open en een boze buurman schreeuwt uit het raam: “De telefoon doet het nog steeds niet!!!!” …. Ik weet het.

Mijn moeder zit aan de koffie met een buurvrouw. Zij heeft haar eigen telefoon meegenomen: “Die van mij doet het gewoon hoor…Jij hebt haar laten afsluiten hè…”

Ik reset de Experiabox. Geen resultaat. Voor de zekerheid haal ik ook nog even de stroom eraf. Geen resultaat. Zoals afgesproken bel ik Rianne. Ik hang in de wacht … en dan wordt de verbinding verbroken.
Ik bel opnieuw en de dame zegt dat ze me in de wacht zet. Uiteindelijk krijg ik Rianne aan de lijn. Die weet het ook niet meer en zegt dat iemand, ik dacht van de helpdesk, mij belt. Of ik bij mijn moeder kan blijven wachten.

Na een poosje toch maar weer naar huis.

De telefoon gaat. Onbekend nummer. KPN! ’t Is Thomas. Hij bedankt mij voor het feit dat ik hem help zijn netwerk binnen zijn organisatie te vergroten. Daar kan ik me iets bij voorstelen. Mam heeft de aandacht. Dat is fijn, maar ook tricky. Dan kun je langs elkaar heen gaan werken. Thomas vraagt of ik naar mijn moeder kan gaan om de Experiabox te resetten. Het goede nieuws is dat ik dat net heb gedaan.

We hangen weer op.

Telefoon! Rianne weer. Het ligt waarschijnlijk aan de lijn.
Ze doet erg haar best om vrijdag iemand naar de kabelverdeler te sturen. Op mijn verzoek probeert ze meteen daarna iemand naar mijn moeder te sturen om de lijn direct ter plaatse te testen.

Mevrouw S. neemt mijn case morgen over…

Voordat ze naar huis gaat belt Rianne nog een keer om te zeggen dat ze de afdeling van de kabelmeneren niet meer heeft kunnen bereiken. Mijn hoop voor morgen heet Vera.

Al die incidenten maken natuurlijk wel dat ik hier gezellig zit te typen. Dat ik een verhaal heb. Maar ik ben een beetje aan het eindje van mijn geduld en zeker aan het eind van mijn gevoel voor humor.
Ik voel me machteloos en daar ben ik niet zo goed in. Het huilen staat mij nader dan het lachen.

Toevoeging: En dan belt Thomas om te zeggen dat hij morgen naar college moet. Maar dat die om 16.00 uur zijn afgelopen en dat hij dan naar kantoor gaat om mij te bellen…. Type ideale schoonzoon!

18 maart 2011, dag 18

Ik word onrustig. Ik heb een goede reden waarom het echt vandaag moet zijn opgelost. Ik ga op vakantie. Twitter is mijn uitlaatklep en ik vind tweeps uit de media die ik ga volgen. Mijn boodschap wordt opgepakt, rondgetwitterd, ik krijg goede raad. Iemand uit mijn netwerk maakt mij erop attent dat Eelco Blok zich in mijn eigen netwerk bevindt. Eelco is al langer aan KPN verbonden en zal volgende maand als CEO van KPN worden aangesteld. Dat gaat me echter een stap te ver. Die man gaat echt niet zelf de kabels leggen. Maar goed, als het vanmiddag nog niet is geregeld zal ik erover denken.

Om 09.30 uur bel ik mevrouw S. Zij heeft net geregeld dat de kabelmeneer vanmorgen de kabel gaat bekijken. Ik hoop toch zó dat het dan allemaal afgelopen is.

Update 14.45 uur

Mijn telefoon gaat als ik net mijn straat in rij. Het is mevrouw S. van KPN. De kabelmeneer heeft de kabels in orde gemaakt en de telefoon zou het moeten doen. Of ik het modem kan resetten.

Ik rij meteen de straat weer uit richting mijn moeder.
De buurvrouw is er ook weer. “JIj zegt steeds maar dat KPN ermee bezig is, maar we zien ze nooit”…
Mijn moeder zit huilend op de bank.

Ik reset het modem… NIKS. Zoals afgesproken bel ik met mevrouw S. En zij gaat er meteen weer mee verder.

Als ik de flat uitloop belt de buurman weer. Om te vertellen dat de telefoon van mijn moeder het niet doet.

En dat knapt er iets.

En dus kan ik straks met een bos bloemen naar de buurman om mijn excuses aan te bieden.

*zucht…*

Update 17.00 uur

ER IS EEN TIJDELIJKE OPLOSSING

Ik bel even met mijn dochter. Als ik haar ophang meldt mijn display twee gemiste oproepen. Eén van KPN en één van mijn werk. Ik bel eerst mijn werk terug en krijg te horen dat KPN mij heeft geprobeerd te bellen. Ze weten me overal te vinden. Zoveel is wel duidelijk.

Er wordt een tijdelijke oplossing geboden die wat mij betreft prima is. Ik kan direct bij de KPN-winkel een seniorentelefoon gaan halen en de kosten worden volledig vergoed. Mams oude nummer staat naar het mobiele nummer doorgeschakeld.

Binnen een half uur is het allemaal geregeld en sta ik in de winkel nog wat na te praten. Thomas weer aan de lijn. Hij is naar kantoor gegaan om te checken wat hij nog kan doen. Of er bloemen naar de buren moeten? Haha nee hoor, ik ga zelf wel even langs. Maar hij is geweldig! Toch?

Mijn moeder snapt het niet helemaal. Welke telefoon moet ze nou gebruiken? En waarom moet ze nu binnen de gemeente een netnummer intoetsen? Dat vergeet ze steeds. En nee… het hartje moet aan de achterkant als je het toestel in de oplader doet. Ze raakt ervan in paniek maar we oefenen door. Ik vraag in het logboek van de thuiszorg of ze ook met haar willen oefenen.

En nu gaat mijn hoofd in de weekendstand. *plop*

  • Nu ga ik zelf een weekje offline. Maar daarna wordt dit blog vervolgd. Want het is natuurlijk nog niet helemaal klaar.

Maandag 28 maart.
Mijn moeder heeft een nieuwe vriend

Ik was een weekje naar Curacao. En in die week is er veel gebeurd.
Zo heeft een gode vriend de link met dit verhaal toch maar naar Eelco gestuurd. Om hem te laten weten dat zijn organisatie een probleempje heeft met processen. En dus met haar klanten. En Eelco heeft de link weer doorgestuurd naar de afdeling escalaties.

John is medewerker Code 13. Geen idee waarom ze een escalatieafdeling een ongeluksgetal meegeven, maar daar zal vast een goede reden voor zijn.
Tijdens mijn afwezigheid is het John gelukt om afgelopen donderdag de telefoon weer werkend te krijgen. Op dag 24.

Nu heeft John natuurlijk mijn moeder gebeld om te testen of de telefoon het doet. Dat heeft hij gedaan met zijn eigen telefoon. En dus heeft mijn moeder nu zijn nummer. :))))))) Ze heeft hem in het begin iedere vijf minuten gebeld om te vragen waarom zijn nummer in haar telefoonlijst staat…

Vanmorgen gaat om half tien mijn telefoon. Thomas!
Thomas heeft ook niet stilgezeten en vertelt dat hij intern mijn blog heeft doorgestuurd en nog aan wat bellen heeft getrokken. Ik kan in de analyses van mijn website zien dat het blog door heel wat KPN-ers is gelezen.
Thomas verdient wat mij betreft nog steeds de hoofdprijs voor klantbetrokkenheid. De manier waarop hij in verbinding is gebelven is geweldig. Hij vraagt mijn adres…

Kwart voor tien. Telefoon…. John!
Het lag aan koppelingen met Baan. De afdeling Klantrelaties neemt vandaag contact met mij op om de kosten die ik heb gemaakt te vergoeden.

Eind goed al goed.

En mijn adres was nodig om er een prachtige bos bloemen te laten bezorgen. Dankjewel Thomas!

4 gedachten over “Allerzielen”

  1. Weer eens je verhalen over je moeder gelezen Ingrid, je kan er een boekje van maken, zulke prachtige verhalen, grappig en ontroerend..
    Groetjes Renée

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *