Max! Een verhaal over een eendje.

Een bijna vergeten belevenis: Max is een week of vier als we, zoals gewoonlijk, na het avondeten weer naar de sloot gaan om hem aan het idee te laten wennen dat hij een eend is. Zwemmen doet hij in die tijd pas als we hem in het water zetten. Hij snabbelt dan wat van het kroos en binnen twee minuten kruipt hij weer op de kant. We verdenken hem er zelfs van dat hij misschien een klein gansje is. Pas als de eendenkenmerken duidelijker worden geven wij hem de bijnaam “landeend”.

Trouwens, heb ik verteld hoe wij Max de allereerste keer in de sloot te water lieten?

Max was toen nog een pluizebolletje dat in één hand paste en we waren een beetje bang dat, als we hem plompverloren in de grote sloot zouden zetten, hij misschien in paniek zou raken van zoveel ruimte.
Natuurlijk hadden wij Max al watervrij gemaakt in de tuintobbe. Hij was zelfs al een beetje waterdicht aan het worden.

In de natuur zorgt moedereend ervoor dat de donsveertjes vettig worden door ze te poetsen en hun moedervet over de kleintjes te verspreiden. Dat hadden wij bij Max niet gedaan! Dus na een zwembeurt raakte Max doorweekt!
Zo’n klein nat eendje koelt heel snel af en dus droogden wij hem na het zwemmen in de zon en pakten hem in in een handdoek. Hij viel dan al snel in slaap op onze schoot. (Of in de nek van Monique)

Maar goed. Toen Max redelijk waterdicht leek leenden wij een schepnetje bij de buurjongens en hebben Max daarin gezet. Met schepnet en al lieten we hem vervolgens in de grote sloot zakken. Zo konden zijn kleine zwemvliesjes aan het koude water wennen en wij aan het idee dat Max binnenkort zelf de duik zou wagen.
Na twee keer al hadden we het netje niet meer nodig en durfden wij Max zonder hulpmiddelen een zetje te geven de sloot in. Hij ging pas veel later vrijwillig.

Vier weken is hij dus als wij na zo’n zwemuitje weer naar huis lopen.
Monique en ik en Max in het midden. Wij zijn er al aan gewend geraakt dat automobilisten kunnen rijden terwijl zij achterstevoren achter het stuur zitten om naar ons te kijken.
Bij onze straat aangekomen zie wij dat twee ongeveer zestienjarige knapen van ondefinieerbare afkomst met twee grote kratten lege limonadeflessen richting sloot lopen.
Nu had ik die kratten bij de overburen op de stoep zien staan. En die jongens hoorden daar niet bij!
Op mijn aanwijzing dat ze die kratten neer moeten zetten, nemen de heren de benen.

Stel je het volgende voor:
Twee opgeschoten knullen met gestolen kratten, die hardlopend richting recreatiegebied rennen.
Daarachter een “dame” in minirok en pumps rennend om de kratten van de buren terug te vorderen en daarachter Max, rennend omdat hij zo gewend was mij te volgen en daar weer achter Monique, lichtelijk in paniek, om Max tegen te houden.

Die jongens? De eerste geeft het meteen al op en laat de krat vallen om zelf weg te kunnen rennen. De tweede loopt zich vast in het heemgebied en dumpt ook zijn krat.
En als Monique en ik met de kratten en Max weer naar huis lopen krijgen wij applaus van de mensen die er hun hondje uitlaten. Wij hadden die mensen in onze run nooit gezien. Maar nu begeleiden zij ons als een soort Elfstedentochtwinnaars naar huis.

En Max.
Is dus een moedige eend die twee boeven de stuipen of het lijf heeft gejaagd.
(ik vraag me trouwens af wat die jongens achteraf vinden van het feit dat ze zijn achtervolgd door zo’n ludiek gezelschap)

Waar doen we het allemaal voor?

Wij hebben Max in ons huis genomen, hem in ons hart gesloten, hem delicatessen gevoerd, hem zwemmen geleerd en een prachtige sloot voor hem gezocht met waardige soortgenoten.

En daar is Max ons dankbaar voor. Kun je zo zien als je naar hem kijkt terwijl hij op een holletje naar zijn nieuwe vriendjes flapt.
Niet dat hij meteen overal wordt geaccepteerd, oh nee, integendeel. Maar hij doet erg zijn best en het resultaat mag er zijn. Hij is opgenomen in de eendengroep en mag zichzelf gelukkig prijzen met de charmante aanwezigheid van een moedereend met haar dochter.
Ik verdenk de moedereend er zelfs van dat ze hem stiekem nieuwe eendenvaardigheden leert. Ze zal dat natuurlijk nooit laten merken want dochters kunnen vreselijk jaloers zijn waar het gaat om “aandacht delen”. Maar we zagen al dat Max tegenwoordig net zo slaapt als echte eenden. Hij wiebelt er nu niet meer bij.
En als de grote eenden gaan vliegen blijven moeder, dochter en Max in de sloot. Dat moet ook wel, want dochter en Max kúnnen nog niet vliegen. Maar ik vertrouw erop dat onder de hoede van zijn stief-stief-moeder het binnenkort zal lukken.

Nog dagelijks gaan Monique en ik de eendjes voeren. Dat deden wij ook al toen Monique nog in de buggy zat en we zijn dus weer een beetje terug bij “af”. Zij heeft mij beloofd dat, als ik slechter ter been word, wij van rol wisselen en zij mij meeneemt naar de eendjes.

Ik vind het geweldig van zo’n eendenmoeder dat zij zomaar het jong van een mensenmoeder adopteert. Ik heb er alleen maar mooie woorden voor.
Over de bezoekregeling ben ik echter niet zo te spreken. Maar wie wel? Ervaring leert dat een hoop te doen is over bezoekjes aan stiefouders.
Wij kunnen ons gelukkig prijzen met een ex die zijn kinderen graag ziet. Die zijn vriendin zelfs de deur uitstuurt als ze geen zin heeft in pubers.
Maar nu knaagt dat gevoel dus ook aan mij. Want deze eendenmoeder heeft het natuurlijk goed voor met onze Max.
Ze maakt een echte eend van hem.
Daar hoort ook bij dat ze hem leert dat mensen raar zijn. Dat je die niet zomaar kan vertrouwen. Dat brood en wormen lekker zijn, maar dat je te allen tijde afstand moet bewaren.
En dat doet Max. Hij eet niet meer uit onze hand. Hij blijft buiten ons bereik.

Bezoek

Die zaterdag hebben we bezoek.
En omdat “het bezoek” het verhaal over Max trouw volgt kan een visite aan de sloot natuurlijk niet uitblijven.
Brood mee, Monique en vriendin mee, bezoek mee.
Het bezoek is vol verwachting, en wij vol vertrouwen.
Wij zien Max al vanuit de verte.
“Kijk, daar zit hij!”, roepen wij in koor.
Het bezoek kijkt, maar ziet Max niet meteen. Das ook niet zo raar natuurlijk, want wij hebben hem al zo vaak gezien.

Bij de groep aangekomen wijzen wij met ingehouden trots Max aan.
Ons bezoek kijkt verbijsterd, maar zegt niks.
Dat is natuurlijk een vreemde situatie. Wij verwachten dat het bezoek superlatieven uitroept over zo’n schitterende woerd.
Op onze vraag: “wat vind je nou van Max?” krijgen wij he volgende antwoord:
“Max is gewoon een eend!”
…..
….. een eend dus.
een gewone eend.
Tsja….

Update

Ik wil jullie graag vertellen hoe het nu gaat met Max.
Eens in de paar dagen koop ik aan het eind van de dag een afgeprijsd brood bij de plaatselijke super en dat is dan voor Max en zijn familie. Want dat is het onderhand bij ons in de sloot: Een grote eendenfamilie. Het leuke is dat de eenden ons nu een beetje kennen en vice versa.

Ik zal ze even voorstellen:

♦Als belangrijkste eend voor ons is daar natuurlijk Max. Een mooie ietwat afwijkende eend die door ons is opgevangen nadat hij door zijn natuurlijk moeder was verstoten. De reden? Echt weten zullen we het nooit. Maar zijn nek is een beetje scheef. Dat maakt dat hij net even dieper in het water ligt dan zijn soortgenoten. Als je het niet weet zie je het niet, maar eendenmoeders zijn nou eenmaal kritisch waar het gaat om hun nageslacht.
Vreemde eend? Uit de bijt!

♦Dan is er de moedereend die Max in haar gezin heeft opgenomen. Niet echt liefdevol zoals wij. Nee, zeker niet. Zij heeft hem de eerste dagen duidelijk te verstaan gegeven dat zij al een eigen kind heeft. Dat zij daar in de eerste plaats goed voor moet zorgen. Dat dat kind boven aan haar prioriteitenlijstje staat. En ook op de tweede en de derde plaats. Dat zij daarna zelf aan de beurt komt waar het voedsel betreft.
Of ze in Max nou een potentiële schoonzoon ziet of hem zelf mettertijd wil verleiden vertelt het verhaal niet.

♦De dochter. De dochter van de moedereend is de schoonheid zelve. Zij glijdt door de sloot met een gratie die doet denken aan Prinses Maxima op kennismaking door Nederland. (Had ik jullie verteld dat we eerst dachten dat Max een dame was en dat we haar Maxima hadden genoemd?)
Laten we deze mooie meid dus Maxima noemen.
Maxima is de ideale toekomstige partner voor Max. (Nee, we dopen hem niet om tot A.) Als moeder niet kijkt zwemt zij tastbaar dicht bij hem. En dan strekt Max zijn scheve nek. Zijn glanzende ogen worden een beetje groter en melodieuze sterretjes dansen over het water.
Wel eens jaloerse eenden gezien? Kom maar kijken bij ons in de sloot. Alle vrouwen, er is nog maar één woerd naast Max, lonken naar de stiefzoon van Moedereend.
Maar Max snapt het spel nog niet hoor. Hij zwemt, oefent in vliegen en rechtop zwemmen.

♦De tweede woerd in de sloot.
Met hem hebben wij te doen. Hij mag dan bij zijn eigen moeder zijn opgegroeid. Wij twijfelen aan de kwaliteit van zijn opvoeding. Hij is niet zo sociaal-vaardig. Hij vindt het moeilijk om contacten te leggen. Dat zie je meteen als je hem achter de dames aan ziet jagen. Dat gaat hem nooit lukken zo. Hij heeft vast nog nooit van emancipatie gehoord. Van baas in eigen buik al helemaal niet. Laat staan van romantiek! Nee, dan Max. Die pakt het een stuk subtieler aan.
Die wacht gewoon tot de dames naar hem komen!

♦De andere meiden zijn een beetje vergelijkbaar. Niet echt spannend, maar toch wel zo interessant dat ik ze niet als saai zou willen betitelen.
Er is er eentje die het echt niet ziet zitten met onze Max. Ze zit hem voortdurend in de veren. Als Max maar in haar buurt komt gaat haar snavel open en als een kwaaie kat blaast en pikt ze om Max te vertellen dat hij zich geen illusies hoeft te maken.
(ik heb haar wel eens een stukje brood tegen haar kop gegooid…. Oké, ik ben er niet trots op, maar toch.)

♦Een van de meisjes blijft altijd een beetje op afstand. Ze is een verlegen tiepje dat zelfs in tijden van grote voedselschaarste nog geen aanspraak zal maken op haar deel. Zij wacht of er nog iets over blijft na het drukke dagelijkse diner. Wij proberen haar natuurlijk de op-één-na lekkerste stukjes brood toe te gooien. Maar het lukt ons maar zelden haar te bereiken. Zij zal wellicht een prima partner zijn voor Domino. Inderdaad: de dominante woerd.

Als wij bij de sloot aankomen met een bakje krachtvoer voor Max en een stapel brood voor de rest ligt het stelletje meestal gezellig bij elkaar op het gras aan de waterkant. Je kunt zien het een fijn plekje is want het is er bezaaid met dons en veertjes. En flatsen… maar nu hoeven wij deze niet meer op te ruimen.
Max ligt er lekker tussen. De meute slaap. (Nooit geweten dat eenden zoveel slapen!)
Als wij de groep naderen roepen wij al vanaf het begin van de sloot: “Max!!!!!.” Mijn dochter fluit haar bekende deuntje.

Wij zien dan dat Max zijn kopje omhoogsteekt. Zijn vleugels uitstrekt, en ook zijn poten. En dan komt hij naar ons toe rennen!!!! Zó lief. Hij herkent ons weer en weet dat wij lekkere hapjes komen brengen. Hij waggelt in een rap tempo naar ons toe en eet zijn bakje helemaal leeg.
In de tijd dat Max dineert geven wij zijn familie brood en ook wat krachtvoer. Maar zij zijn deze laatste delicatesse niet gewend en gaan liever voor het “melkwit van de super”.

Tegen de tijd dat de magen zijn gevuld zoeken de gasten het water op om de keel te spoelen. Dat is voor ons het teken dat men toe is aan de afterdinerdip. En laat het duidelijk zijn dat eenden daarin niet wensen te worden gestoord. Je drijft nog even in de sloot. Je drinkt nog wat en dan hijs je je volle eendenlijf op de kant om in het gras uit te buiken. En daarbij zijn geen mensen nodig. Ook geen stiefouders.
Wij weten dat het dan onze tijd is om weer mensendingen te gaan doen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *