31 okt.2020- Beste Lezer: Ik zie dat dit verhaal opeens vaak wordt gelezen. Is het ergens gepubliceerd? Ik zou het leuk vinden om dat te weten. (Geen commercieel belang, gewoon leuk.)
In de zomer van 1999 kregen wij een eendje in huis dat was verstoten door zijn moedereend. Sinds vijf weken hebben wij Max. Een eendje dat door zijn moeder is verlaten en dat wij liefdevol hebben geadopteerd. Het is een geweldig dier. Lief , aanhankelijk, bewerkelijk, maar tijdelijk. Ik bel de dierenambulance om te vragen of een eendje als Max weer terug in de natuur zou kunnen. Volgens deze deskundige mensen is dat geen enkel probleem. Hij hoeft zich niet aan te sluiten bij een eendengroep. Hij kan als woerd goed voor zichzelf zorgen. Dat brengt ons die morgen bij de sloot waar de “grote” eenden zitten. Max is in eerste instantie verbaasd over zoveel gesnater op zijn eigen niveau en rent op de groep van vier dameseenden af. De dieren, die lekker in het zonnetje liggen te dutten, schrikken zich wezenloos van zoveel drukte en stuiven uiteen de sloot in. Max, aangemoedigd door het enthousiasme, duikt er achteraan en spettert tussen de verschrikte dames. Wij troosten Max. Wij spreken hem moed in. Wij vertellen hem dat hij een bijzonder mooie man is. Dat de dameseenden dat niet zijn gewend. Dat zij gewone stadsmeisjes zijn. Dat hij “beter” kan. En dat we naar een andere sloot gaan. Beloofd is beloofd. Maar Max heeft er zijn zinnen op gezet bij deze eenden te blijven en laat zich niet wegjagen. Op gepaste afstand zwemt hij met ze mee. Wij kunnen het niet aanzien. Waarom zien die beesten niet wat voor een geweldige vriend ze erbij hebben gekregen? Waarom doen ze zo lelijk tegen hem? En waarom komt Max niet gewoon weer met ons mee? Die middag fiets ik langs de sloot om te kijken hoe het gaat met Max. Aldus gedaan. Maar het begint te regenen en we zijn toch wel erg benieuwd of Max een plekje kan vinden om te schuilen. Dus trekken we onze regenjassen aan, steken een kleurige paraplu op en wandelen weer naar de sloot. En nu ben ik een beetje gewond. zucht. Ik ga straks wel weer even kijken. |
|
Een bijna vergeten belevenis:Max is een week of vier als we, zoals gewoonlijk, na het avondeten weer naar de sloot gaan om hem aan het idee te laten wennen dat hij een eend is. Zwemmen doet hij in die tijd pas als we hem in het water zetten. Hij snabbelt dan wat van het kroos en binnen twee minuten kruipt hij weer op de kant. We verdenken hem er zelfs van dat hij misschien een klein gansje is. Pas als de eendenkenmerken duidelijker worden geven wij hem de bijnaam “landeend”.
Trouwens, heb ik verteld hoe wij Max de allereerste keer in de sloot te water lieten? Max was toen nog een pluizebolletje dat in één hand paste en we waren een beetje bang dat, als we hem promptverloren in de grote sloot zouden zetten, hij misschien in paniek zou raken van zoveel ruimte. In de natuur zorgt moedereend ervoor dat de donsveertjes vettig worden door ze te poetsen en hun moedervet over de kleintjes te verspreiden. Dat hadden wij bij Max niet gedaan! Dus na een zwembeurt raakte Max doorweekt! Maar goed. Toen Max redelijk waterdicht leek leenden wij een schepnetje bij de buurjongens en hebben Max daar in gezet. Met schepnet en al lieten we hem vervolgens in de grote sloot zakken. Zo konden zijn kleine zwemvliesjes aan het koude water wennen en wij aan het idee dat Max binnenkort zelf de duik zou wagen. Vier weken is hij dus als wij na zo’n zwemuitje weer naar huis lopen. Stel je het volgende voor: Die jongens? De eerste geeft het meteen al op en laat de krat vallen om zelf weg te kunnen rennen. De tweede loopt zich vast in het heemgebied en dumpt ook zijn krat. En Max. Waar doen we het allemaal voor?Wij hebben Max in ons huis genomen, hem in ons hart gesloten, hem delicatessen gevoerd, hem zwemmen geleerd en een prachtige sloot voor hem gezocht met waardige soortgenoten. En daar is Max ons dankbaar voor. Kun je zo zien als je naar hem kijkt terwijl hij op een holletje naar zijn nieuwe vriendjes flapt. Nog dagelijks gaan Monique en ik de eendjes voeren. Dat deden wij ook al toen Monique nog in de buggy zat en we zijn dus weer een beetje terug bij “af”. Zij heeft mij beloofd dat, als ik slechter ter been word, wij van rol wisselen en zij mij mee neemt naar de eendjes. Ik vind het geweldig van zo’n eendenmoeder dat zij zomaar het jong van een mensenmoeder adopteert. Ik heb er alleen maar mooie woorden voor. BezoekDie zaterdag hebben we bezoek. Bij de groep aangekomen wijzen wij met ingehouden trots Max aan. UpdateIk wil jullie graag vertellen hoe het nu gaat met Max. Ik zal ze even voorstellen: ♦Als belangrijkste eend voor ons is daar natuurlijk Max. Een mooie ietwat afwijkende eend die door ons is opgevangen nadat hij door zijn natuurlijk moeder was verstoten. De reden? Echt weten zullen we het nooit. Maar zijn nek is een beetje scheef. Dat maakt dat hij net even dieper in het water ligt dan zijn soortgenoten. Als je het niet weet zie je het niet, maar eendenmoeders zijn nou eenmaal kritisch waar het gaat om hun nageslacht. ♦Dan is er de moedereend die Max in haar gezin heeft opgenomen. Niet echt liefdevol zoals wij. Nee, zeker niet. Zij heeft hem de eerste dagen duidelijk te verstaan gegeven dat zij al een eigen kind heeft. Dat zij daar in de eerste plaats goed voor moet zorgen. Dat dat kind boven aan haar prioriteitenlijstje staat. En ook op de tweede en de derde plaats. Dat zij daarna zelf aan de beurt komt waar het voedsel betreft. ♦De dochter. De dochter van de moedereend is de schoonheid zelve. Zij glijdt door de sloot met een gratie die doet denken aan Prinses Maxima op kennismaking door Nederland. (had ik jullie verteld dat we eerst dachten dat Max een dame was en dat we haar Maxima hadden genoemd?) ♦De tweede woerd in de sloot. ♦De andere meiden zijn een beetje vergelijkbaar. Niet echt spannend, maar toch wel zo interessant dat ik ze niet als saai zou willen betitelen. ♦Een van de meisjes blijft altijd een beetje op afstand. Ze is een verlegen tiepje dat zelfs in tijden van grote voedselschaarste nog geen aanspraak zal maken op haar deel. Zij wacht of er nog iets over blijft na het drukke dagelijkse diner. Wij proberen haar natuurlijk de op-één-na lekkerste stukjes brood toe te gooien. Maar het lukt ons maar zelden haar te bereiken. Zij zal wellicht een prima partner zijn voor Domino. Inderdaad: de dominante woerd. Als wij bij de sloot aankomen met een bakje krachtvoer voor Max en een stapel brood voor de rest ligt het stelletje meestal gezellig bij elkaar op het gras aan de waterkant. Je kunt zien het een fijn plekje is want het is er bezaaid met dons en veertjes. En flatsen… maar nu hoeven wij deze niet meer op te ruimen. Wij zien dan dat Max zijn kopje omhoog steekt. Zijn vleugels uitstrekt, en ook zijn poten. En dan komt hij naar ons toe rennen!!!! Zó lief. Hij herkent ons weer en weet dat wij lekkere hapjes komen brengen. Hij waggelt in een rap tempo naar ons toe en eet zijn bakje helemaal leeg. Tegen de tijd dat de magen zijn gevuld zoeken de gasten het water op om de keel te spoelen. Dat is voor ons het teken dat men toe is aan de afterdinerdip. En laat het duidelijk zijn dat eenden daarin niet wensen te worden gestoord. Je drijft nog even in de sloot. Je drinkt nog wat en dan hijs je je volle eendenlijf op de kant om in het gras uit te buiken. En daarbij zijn geen mensen nodig. Ook geen stiefouders. |
