05.00 uur. Het is te vroeg om in bed te gaan schrijven. Hij slaapt nog. En bovendien ben ik vergeten om een boekje naast mijn bed te leggen. De trap kraakt. Ik heb ergens nog een paar notitieboekjes met bijbehorende pen. Uit een commercieel verleden.
Schrijven wat in je opkomt. Ik blijf als vanzelf in mijn blogstijl. Weinig woorden, korte zinnen. Geen overbodige uitleg. Niet oordelen, vrij denken! Weet je hoe lastig dat soms is? Ik denk dat ik dat kan en ik weet dat ik regelmatig de mist in ga. Dat ik toch word beïnvloed door alles wat achter me ligt.
Flarden. Mijn gedachten gaan sneller dan mijn pen. Schrijven is lekker! Door al dat typen krijgen we luie handspieren. Tijdens Italiaanse les schrijf ik alles op. Zo blijft het beter in mijn hoofd. Niet dat ik het nu al perfect spreek hoor.
Perfectie. Dat heb ik jaren geleden afgezworen. Bleek toch niet mijn hoogste doel te zijn. Wat dan wel? Betekenis geven? Aan wat, wie? In elk geval aan mijzelf en mijn directe omgeving. En meteen roept er ergens een stemmetje: “Nou, dat zou best nog een beetje beter kunnen.”
Oeps. Kennelijk wordt het nu lastiger want ik begin te strepen in mijn tekst. En dat mocht niet. Omdat het mijn eerste schrijfsel is vergeef ik het mezelf. En omdat ik dit wil delen. Morgen schrijf ik wel verder over gedachten die alleen voor mijzelf zijn.
Drie bladzijden. Dit is alweer de laatste regel. Ik kan er nog nét onder priegelen: “Straks groter schrift kopen!”