Hoe snuit jij je neus?
En wat zegt dat over jouw type?
(als variatie op alle testjes op Facebook heb ik nu ook mijn eigen test gemaakt.)
- DE TETTERSNUITER
Jij neemt een flinke hap adem en perst dan met veel geluid en alles wat je in je hebt de hele snotvoorraad in één keer in de zakdoek.
TYPE:
Stoer. Dat is een woord dat jou typeert. Jij gaat geen straatje om als er een grote hond voor je loopt. Vrienden weten wat ze aan je hebben. Maar ze moeten jou niet belazeren want dan blaas jij van je af.
- DE CHECKER
Als je hebt gesnoten kijk je daarna nog even in de zakdoek wat het resultaat is. Deze checker kijkt ook vaak even achterom na de grote boodschap op het toilet.
TYPE
Hier snuit de perfectionist. Bij jou weten de mensen dat het goed komt. Maar soms ben je wel een beetje wantrouwend.
- DE BUITENSNUITER
Jij werpt jouw snot het liefst af in de natuur. Zakdoeken zijn aan jou niet besteed.
TYPE
Dit type vind je vooral veel onder wielrenners en hardlopers. Kijk uit als je ze tegen komt want ze zijn niets en niemand ontziend. Sportievelingen dus.
- DE SNIFFER
Jij wacht zo lang mogelijk met snuiten en snift net zo lang tot de eerste druppel je neus dreigt te verlaten.
TYPE
Jij kijkt graag de kat uit de boom voordat je ergens aan begint. Maar als je dan bent begonnen dan ontstaat er meestal iets prachtigs.
- DE BONTE SNUITER
Een grote boeren- liefst bontgekleurde zakdoek is jouw snuitmateriaal. Na gebruik gaat hij gezellig in je broekzak. Voor het volgende gebruik schud je hem met veel omhaal uit.
TYPE
Een vriend door dik en dun. Zo zou je jou kunnen typeren. Iemand waar je graag een avond gaat stappen. Misschien soms een beetje een onhandige flapuit?
- DE MONOSNUITER
Deze snuiter houdt eerst één neusgat dicht en blaast vervolgens het andere neusgat leeg.
TYPE
Dit is typisch iemand die ook altijd eerst de gebruiksaanwijzing leest voordat hij de kast in elkaar zet. Een echte planner!
- DE STEREOSNUITER
Na de monosnuiter is er natuurlijk ook de stereosnuiter. Hierbij worden twee neusgaten in één keer leeggesnoten.
TYPE
Benen op de grond. Jij houdt niet van gezeur. Doe maar gewoon is jouw motto.
- DE HUILSNUITER
Tranen en snot produceert deze snuiter. Met lange halen en veel zakdoekbewegingen wordt het vocht opgevangen maar nog vaker over het gelaat verspreid.
TYPE
Eigenlijk is dit een gelegenheidstype. Het komt bij alle types voor. Ook als ze het ontkennen. Geloof me!
- DE KUISE SNUITER
Jij hebt altijd papieren zakdoekjes in je tas. En voor elke snuitbui gebruik je een nieuw exemplaar. In diezelfde tas zitten ook de gebuikte doekjes. Deelt spontaan zakdoekjes uit bij het spotten van medesnotteraars.
TYPE
Type goede buur. Altijd bereid om te helpen. Kan niet goed “nee” zeggen.
- DE STIEKEME PIEPER
Als jij jouw neus(je) wilt legen verlaat je even de ruimte om in volledige afzondering in een mooi zakdoekje te piepen.
TYPE
Woorden die dit type typeren zijn: bescheiden, lieftallig en mooi. Vaak ook goede zangers.
- DE RARE SNUITER
Jij snuit niet. Jij haalt je neus op en slikt daarna de klodder in één keer door.
TYPE
Recht-door-zee en bijzonder vriendelijk is deze niet-snuiter. Maar als het gaat om zakdoekjes delen heb je er niets aan. Verder wel oké.
* Photo by Brittany Colette on Unsplash