Een bergdorp in Alto Molise. Ik maak een wandeling omdat het kan. Gewoon mijn neus achterna. Het is zondag en stil op straat. Op andere dagen waarschijnlijk ook.
Als ik binnenkijk in de plaatselijke bar zie ik twee mannen op leeftijd met een glas bier. Ze zitten aan een klein rond tafeltje en kijken naar de tv die in de hoek hangt. Een juffrouw met laag decolleté spreekt hen toe. Ik roep: “Buongiorno”. Verschrikt kijken ze op van hun glas. Een vreemdeling in het dorp. Nu hebben ze in elk geval iets te vertellen als ze later weer naar huis gaan.
Bij de weg staat een bord dat wijst naar het plaatselijk voetbalveld. Het loopt iets af. Wandelend geniet ik van de stille leegte om mij heen. Zo laad ik mijn energieniveau op.
Het gras is verdord. Om het voetbalveld staat een hek van kippengaas. Er is geen tribune of zoiets. Er wordt al helemaal niet gevoetbald. Maar aan de kant van de weg staan twee stevige smeedijzeren ingangen. Een ingang voor de thuisspelers en een ingang voor de gasten. Beiden komen uit op hetzelfde pad.
Ambitie. Ik vind dat mooi.