KLik hier voor een filmverslag van 3,5 minuten.
Samen in het grote bed. We hebben lekker geslapen, Monique en ik. Niet zo lang want vandaag gaan we al vroeg richting Duitsland. Geen stress, we vertrekken pas als we klaar zijn. Uiteindelijk stappen we om 07.30 uur in de auto. Het is prachtig weer en we rijden richting de zon. De stemming zit er al meteen in. Monique post een foto van de zonsopgang op Facebook en de “succes-berichten” stromen binnen. Het verhoogt onze toch al uitgelaten stemming en we zingen ons een weg naar het Oosten. Onderweg eten we bananen, drinken we sportdrank en carbloaders.
Eerst naar de Expo om onze startbewijzen te halen. Parkeren lijkt onmogelijk, maar mijn vaste engeltjes maken een plek vrij voor de deur. Waarvoor nogmaals dank. Wat een drukte! En het is ook meteen al duidelijk dat hier een organisatie achter zit die ervaring heeft met dit soort evenementen. Ondanks de enorme mensenmassa heerst hier een ongelofelijke rust. Met een Deutsche Grundlichkeit waar geen speld tussen is te krijgen verloopt de uitgifte van startnummers uitermate soepel. We schrijven onze namen bij op de Marathon-wall en trakteren ons zelf op een nieuw running shirt. Daarna eten we Kaiserschmarren mit Kirschen. Lekker veel koolhydraten.
De navigatie kent ons hotel en leidt ons door de straten van Berlijn. Helaas is het systeem kennelijk al wat ouder want we komen aan bij een ruïne van wat ooit vast een mooi hotel was. We bellen met de receptie en twee straten verderop blijkt inderdaad een prachtig nieuw pand aan het Alexander Plaz te staan. De kamer is dan ook super. Het lijkt wel of wij de eerste bewoners zijn.
Op het Alexander Platz is het Oktoberfest net begonnen. De muziek nodigt ons uit de markt te bezoeken en we eten er heerlijke goulash met nudeln en pfankuchen toe. We bulken al best een beetje van al die koolhydraten, maar in de voedingsworkshop van Karin hebben we geleerd dat dit gaat voorkomen dat we zondag de beruchte hongerklop krijgen.
Zaterdag doen we het rustig aan. We ontbijten bijzonder verantwoord en gaan daarna even winkelen in de directe omgeving van het hotel. Wat een heerlijke sfeer hier! We houden nu al van deze plek. En het moet nog beginnen! Dat de Italiaanse lunch uit pasta bestaat zal niemand meer verbazen. Het diner halen we bij de kraampjes op de markt en bestaat uit Duitse specialiteiten van aardappel en pannenkoek. Er dreigt onderhand ontploffingsgevaar.
Die avond leggen we alle spullen klaar voor de volgende dag. We spelden de startnummers op, passen de shirts nog een keer, bekijken onszelf in de spiegel en besluiten dat het gaat lukken. Wij gaan de Marathon van Berlijn lopen en daar een feestje van maken.
Om 06.00 uur kunnen we ontbijten. Op het ontbijtbuffet staan grote schalen bananen en andere hardlopers- hapjes. Maar we krijgen er geen koolhydraat meer bij. Voor de zekerheid nemen we een fles carbloader mee voor onderweg naar het startgebied.
Om daar te komen moeten we eerst 4,4 km lopen. In een stille tocht wandelen we door de ochtendkou. Een barman zet alvast zijn terrasstoeltjes buiten en bij hem mogen we naar de wc.
De opgewonden sfeer is aanstekelijk. Iedereen praat met elkaar, we maken foto’s van en voor elkaar en als vanzelf vinden we onze weg.
Eerst komen we langs de rij dixi’s. Ik schat dat er zomaar veertig op een rij staan. En toch duurt het nog een half uur voor we aan de beurt zijn. Niet iedereen neemt daar de tijd voor en de bosjes om ons heen zijn bezaaid met blote billen. Het is echt een grappig gezicht. Marathonners kennen wat dat betreft geen schaamte. Niet plassen betekent niet lopen. En dat snapt hier iedereen, dus het is goed.
In het startvak is het druk. De spanning is voelbaar en we schuiven voetje voor voetje naar voren dus dichter bij elkaar. Horloges worden ingesteld, plastic jassen uitgedaan en op de grond gegooid, nog een slok sportdrank, de laatste rituelen… De gele ballonnen stijgen op en er gaat gejuich door de menigte. Startvak A is gelost. Nog geen kwartier later gaan ook wij over de tijdsmeting.
De eerste meters loopt Monique nog naast me maar dan gaat zij los. Al snel zie ik haar niet meer en geef ik me over aan de euforie van het moment. Na een kilometer ben ik warm genoeg om mijn vest aan de kant te gooien. Ik ren!
In mijn beleving ben ik nog maar net op weg als ik een bord zie met “4 km”. Huh… nu al? Ik check het bij mijn buurmannen en die slaan mij op de rug van het lachen. Ja meid, je bent er al bijna! Nog maar 38!
Ik raak aan de praat met een man die een tijdje met mij oploopt. Hij loopt deze marathon voor de 24e keer. Het is zijn training voor de triatlon. Vanmiddag gaat hij ook nog fietsen.
Op iedere vijf kilometer staat een verzorgingspost van 200 meter lang. De eerste tafels met water, daarna Powerbar sportdrank, dan bananen, appels en ten slotte bakken water om je spons in te drenken en je handen weer af te spoelen. Ik ga het rijtje langs en kan er weer tegen.
De nieuwe zooltjes in mijn schoenen doen het goed. Ik heb echt helemaal geen last van mijn tenen. Onderweg bedank ik Paul de Kort van 3D-VCN in samenwerking met Geurt Bagchus van Run Inn in Utrecht voor hun last minute hulp.
Na 34 km schiet het in mijn knie en ik zak er door alsof er geen botjes inzitten maar kauwgom. Oei… ik verlies de controle over mijn benen en moet me erg concentreren om niet te vallen. Geen grapjes nu meer maar opletten. Op 35 km zie ik een oase van rijen veldbedden met fysiotherapeuten die een massage aanbieden. Dat lijkt me een goed plan en even later lig ik op mijn rug met aan ieder been een knedende jonge dame. Maar ik voel al snel dat dit niet gaat helpen en terwijl ik ga zitten zeg ik: “Jetzt muss is wieder gehen, sonst komme ich zu spät”. En ze waren nog niet eens lekker op gang. Verbaasd laten ze me weer gaan.
Flirtend met het publiek vervolg ik mijn weg. Wat zijn die mensen geweldig! 42 km lang om de 500 meter een muziekband, maar ook daar nog tussendoor mensen met een trommel of pannen met houten lepels, gejuich, lawaai, zingen, aanmoedigingen, ik hoor mijn naam “Ingrid, du bist ein held!” Degene die heeft bedacht dat het leuk is om je naam duidelijk op je startnummer te hebben verdient een standbeeld.
Ik tel de laatste kilometers.
En dan zie ik de Brandenburger Tor…. Daarna nog een klein stukje en dan is het klaar. Dan heb ik 42 kilometer en 195 meter gelopen. Geen wereldtijd, dat weet ik dan al… maar wat ben ik aan het genieten! Wat een feest is dit! Kicken. Ik kan er geen passende superlatieven voor bedenken.
Over de laatste mat, en dan mag ik stoppen. Meteen daarna hangt een mevrouw mij een medaille om mijn nek. Ze feliciteert mij hartelijk en ik word overmand door emoties. Waar is Monique?
De volgende vrijwilliger pakt mij in, in een grote gele plastic zak.
En dan zie ik haar staan.
We vliegen elkaar om de nek en we zijn zó blij!
Monique heeft haar eerste alcoholvrije biertje al op en heeft alle fotografen gesommeerd foto’s van haar te maken. Ook zij is door het dolle heen. Nu gaan we nog samen op de foto en dan naar de uitgang. We willen eigenlijk niet weg en blijven nog een tijdje op het grote grasveld zitten om samen met de medelopers nog even na te genieten van de sfeer.
Als we daarna willen opstaan merken we dat onze benen er klaar mee zijn. Toch moeten we nog 4,4 kilometer terug. En natuurlijk kunnen we met de metro of met een taxi, maar we willen deze stad voelen. Er onderdeel van uitmaken, en met onze medaille pronken.
Dit verhaal is niet af als ik niet de vrijwilligers die zo’n dag mogelijk maken hier extra noem. Zoveel mensen die lachend en vriendelijk al die hollende, haastende renners helpen hun doelen te bereiken. Ik heb daar enorm veel respect voor.
Een extra dikke bedankt is voor Paul de Kort van 3D VCN en Geurt Bagchus van Run Inn in Utrecht die met hun last minute hulp mijn schoenen een dag voor vertrek dusdanig hebben aangepast dat ik na afloop van de marathon géén enkele blaar heb kunnen ontdekken.
Pingback: Hardlopen – En weer verder…