Het is hier zo mooi. Ik maak foto’s. Vaak van hetzelfde maar doordat de natuur er elke keer een andere kleur aan geeft ziet het er nooit hetzelfde uit.
Ik wandel. Een hond blaft. De boer roept hem en spreekt mij aan. Ben ik aan het wandelen? Hij werkte in Duistland, Parijs en in Zwitserland. Dus hij spreekt Duits en Frans. Nu is hij met pensioen. Hij is 85, maar dat zou je niet zeggen. Welke taal wil ik met hem spreken? Ik zeg: “Italiaans”, en zie in zijn ogen een lichte teleurstelling. Maar hij doet het toch. Piano, piano.
We wisselen wetenswaardigheden uit over onze families en dan wandel ik weer door. Maar ik ben nog niet ver als hij me na roept. “Vuoi due uova?” Ik wil graag twee eieren.
Hij loopt naar het kippenhok en komt terug met twee eitjes in een zakje.
Grazie mille! Het geluk voor vandaag zit in een zakje.