Kleintje

Als laatste werd ze geboren en eigenlijk was ze nog niet “af”. Twee broertjes en twee zusjes gingen haar voor. Zij hadden al een tepel veroverd. Het was een hele toer om ook een plek te bemachtigen maar ze kreeg hulp uit onverwachte hoek. En grote hand legde haar op een plek die warm en voedzaam was.  Het Grote Groeien kon beginnen.

Kittens

Dertien kittens hebben we dat jaar. Per ongeluk, omdat we door Corona de poezen niet op tijd konden laten steriliseren. Noor is de laatste en de kleinste. We genieten tien weken van een overvloed aan schattigheid maar dan is het tijd om de borelingen aan een ander huis toe te vertrouwen.

We zetten advertenties op Facebook en de plaatselijke dierenbescherming. De rode kater is het populairst. Dan de cyperse katjes en uiteindelijk ook de zwart witte. Maar de kleine dame wil niemand hebben. We besluiten dat we haar en haar grote broer, een grijze kater, dan maar houden.

Joep en Noor

Joep en Noortje. Maar in het gebruik noemen we haar “Kleintje”. Dus zo heet ze nu. Kleintje.

Kleintje is onhandig. In tegenstelling tot de andere katten heeft ze haar ogen altijd wijd open. Dat ziet er grappig uit. Een beetje verbaasd en ook brutaal. Als zij ergens op wil springen gaat het steevast mis. In de boom klimmen, achter de anderen aan, resulteert in een klagelijk gemiauw want als iedereen alweer beneden is zit zij nog bovenin. De moederpoezen reageren dan door haar op te halen. Wij kijken vertederd toe en roepen:  “Ach en Wee!”