Veertien dagen Nederland. Fully booked. Olijfolie afleveren, naar de Hollandse kapper, gezellige vriendenbezoekjes en op de kleinkinderen passen. Maar ook tandarts, huisarts en – tromgeroffel – een heuse endodontoloog. Die laatste verloste mij van een helse kiespijn.
Met eerste kerstdag sloten we onze vakantie in Nederland af. De hele familie was bij ons. Het was chaotisch gezellig en aan het einde werd er zelfs gedanst op de veranda.
De dag erna brak het moment aan van opruimen en inpakken. Beddengoed in de was, huis schoonmaken, het standaard afscheidsritueel. Maar toen ik langs de wasmachine liep, trok iets mijn aandacht. Iets zwaaide naar me achter het glazen raampje van de trommel. Even dacht ik dat ik hallucineerde. Maar nee, bij nadere inspectie bleek het een volledig uitgeklede knoflookbol te zijn.
Plotseling herinnerde ik me een driejarig jongetje van de dag ervoor. Hij hield een knoflookbol vast en riep iets over “eten maken.” Ik beschuldig natuurlijk niemand, maar laat ik zeggen dat zijn culinaire experimenten een serieuze stempel hebben gedrukt op ons dekbedovertrek.