Onderweg van Rome naar huis zoeken we op internet een restaurant om te lunchen. We zijn er vlakbij. Op het uitgestorven plein in het centrum van Cocullo zien we geen eetgelegenheid. De man op het bankje vertelt dat het restaurant al jaren geleden is gesloten. Maar als we een paar kilometer verder rijden vinden we La Piccola Corte. Daar kunnen we lunchen.
Inderdaad, we vinden il ristorante. We parkeren in een iets te smal straatje en hopen maar dat er niemand tegen onze auto aanrijdt. Als we bij het restaurant aankomen hangt er een bord op de deur: Gesloten.
Hongerig en ietwat teleurgesteld staren we naar de dichte deur. Net als we weer naar onze auto terug willen lopen komt er een dame op leeftijd aan. “Het restaurant is gewoon open hoor!” We voelen aan de deur en tot onze verbazing gaat hij open.
We komen in een lege eetzaal waar ballonen de stille getuigen zijn van een kinderfeestje. Uit de keuken komt de eigenaresse. “Hebben jullie gereserveerd?” Nee, dat hebben we niet. Is er wel plek? Ze loop terug naar de keuken om het te vragen.
We krijgen een tafel toegewezen en verheugen ons op de wijn en de pranzo.
De dame op leeftijd komt ook binnen. Ze gaat zitten aan de tafel pal naast ons. En begint te praten, te praten en te praten. We knikken beleefd. Antwoord geven hoeft niet want het is een monoloog waar geen einde aan lijkt te komen.
Maar we worden gered. Er komt een jonge, niet onaantrekkelijke carabinieri binnen. Zo eentje met een strakke broek en lange leren laarzen. Pistool op de heup, bruine ogen, zwart haar. Fier rechtop kijkt hij de eetzaal rond en begroet ons. Zijn tafel is al gedekt en hij neemt plaats.
De dame verlegt haar aandacht van ons naar de jongeman. Of hij al verkering heeft. De hap pasta die juist op zijn vork naar zijn mond beweegt gaat terug naar het bord. “Nee”, hij heeft geen vriendin.
Dat zal de dame wel even gaan regelen. Ze pakt haar telefoon en begint er driftig op de typen. Met één vinger dan. Ze heeft geen haast. Terwijl ze op antwoord wacht praat ze honderd uit. Niet speciaal tegen iemand maar een beetje in de ruimte.
Ping! Antwoord. Ze heeft een meisje gevonden voor de geuniformeerde knapperd. Of hij maar even haar nummer wil noteren. De jongen loopt naar de keuken en komt terug met de eigenaresse die kennelijk zijn moeder is. Ze smoezen wat en lachen achter de rug van de vrouw.
Als we afscheid nemen van de eigenaresse van het etablissement verontschuldigt zij zich voor de kletstante. Niet nodig. Wij zijn hier de gasten en genieten van alles wat er om ons heen gebeurt.
Hoe het afloopt met de romantiek? Wij zullen het niet weten.op