Nu we ons boshuis hebben verkocht, ja, met alles erop en eraan, kijk ik er ineens met andere ogen naar.
Het is niet meer ons huis. Het park is een mooi park, maar we rijden er voor een laatste keer naar toe en ik hoef niet eens te huilen. Dat komt ook omdat het doel: dichterbij de (klein)kinderen zijn, hierdoor in zicht komt.
En dan bemerk ik dat ik iets raars heb. Of misschien wel iets menselijks? Jij mag het zeggen.
Afscheid nemen van het huis, het bos, de eekhoorns, de vogels en het tamme roodborstje doet me niks. Maar dat oude mes met het versleten houten lemmet, het diepvriesbakje zonder deksel van mijn moeder en het borrelglaasje van opa*… die gaan met mij mee. Die spullen zijn namelijk aan mij gehecht!
*Bij een vorige verhuizing schreef ik al eens over het glaasje van opa.