Montenero di Bisaccia, november 2020
De verf is op!
Twee maanden in Italië, twee maanden in Nederland. Dat was het plan. Maar Corona én het aanhoudende mooie weer houden ons in Molise. Gasten komen niet want reizen wordt afgeraden. Dus hebben wij alle tijd om te klussen.
Dré timmert een schuur en ik schilder de veranda. Ze zeggen dat olijven oogsten zwaar werk is maar echt, het is niets vergeleken met een plafond boven je hoofd verven. Kleine bijkomstigheid: mijn haar is ook wit.
Vandaag maken wij het dak op de schuur. Dré spijkert de door mij gebeitste balken. Daarop komen straks de dakplaten. Maar de beits is op en we hebben de verkeerd daknagels gekocht. Dus krijg ik de belangrijke taak om naar de bouwmarkt te gaan. DE5 (Dé-cinque) is een bedrijf waar aannemers hun materiaal inkopen. Busjes, auto’s met aanhanger, kleine en grote vrachtwagens én gespierde, Italiaanse mannen in werkkleding doen er hun boodschappen. En ik.
Mijn spijkerbroek en T-shirt zitten vol verfspatten. Ik pas dus best goed in het gezelschap, maar kennelijk val ik toch op.
Als ik binnenkom springt de dame van achter de toonbank vandaan en komt naar mij toe. Een verkoper wordt gesommeerd mij direct te helpen. Zij loopt zelf ook mee naar de afdeling waar de beits staat. Castagne moet ik hebben. De verkoper pakt de twee potten van de plank. De dame kijkt naar de potten en besluit dat deze niet goed zijn. Ze wijst op het stof en pakt twee schone blikken. Ze poetst er nog een keer extra met haar mouw overheen.
“Prego signora, buon lavoro!”